1800 - 1850

1816
In 1816 maakte Joseph Nicéphore Niépce de eerste foto. Hij deed dit door een doos te maken met een heel klein gaatje er in. Binnen de doos maakte hij een achterwand met een lichtgevoelige plaat. Door een aantal uur het gaatje in de doos open te houden ontstond er op de achterwand een afbeelding. Dit principe van fotograferen is in de loop der jaren nooit veranderd. Het gaatje van de doos heet nu een lens en de lichtgevoelige achterwand is tegenwoordig een lichtgevoelige elektronische sensorchip.


Toch is er sinds de eerste foto heel veel veranderd op het gebied van de fotografie. De eerste ontwikkeling betrof de lichtgevoelig achterwand. Doordat dit materiaal in het begin weinig lichtgevoelig was had men een sluitertijd van soms wel acht uur nodig. Na experimenten met zilverjodide en zilvernitraat, lukte het om een papier te ontwikkelen wat middels zilvernitraat en zoutoplossingen een gefixeerde foto kon produceren. Het fixeren van de foto was belangrijk omdat lichtgevoelig materiaal lichtgevoelig blijft en na verloop van tijd altijd een zwarte foto oplevert. De foto moet daarom gefixeerd worden zodat het lichtgevoelige proces stop gezet word en de foto blijft zoals hij op dat moment is. Het lichtgevoelig materiaal op basis van zilvernitraat was veel gevoeliger voor licht zodat de sluitertijden verkort werden tot enkele minuten. Door een flits te maken van magnesium poeder die werd aangestoken door de fotograaf kon de sluitertijd beperkt worden tot een fractie van een seconde.

1820
Fotografie is rond 1820 ontstaan met de camera obscura. Deze kamera wordt hierboven uitgelegd.