1900 - 1950

1930
De eerste 35 mm negatieven werden rond 1930 ontwikkeld. Deze negatieven worden nog steeds in analoge camera’s gebruikt.

1930 - 2000
Tussen 1930 en 2000 werden zwart-wit foto rolletjes ontwikkeld in een donkere kamer. De professional of de fanatieke amateur had op zijn zolderkamer een donkere kamer. Filmrolletjes konden ontwikkeld worden door, gedurende een bepaald aantal seconden, met een negatief en een lichtbron op het fotopapier te schijnen. Hoe langer er belicht werd, hoe donkerder de foto. Hierna moest het fotopapier in drie verschillende baden gedompeld worden zodat het fotopapier gefixeerd werd. Het laatste bad was met water gevuld om de chemicaliën af te spoelen. Om te kunnen werken in een donkere kamer werd er van speciaal rood licht gebruik gemaakt, dit licht had geen effect op het fotopapier waardoor er toch licht was in de donkere kamer.

1940
De eerste kleinbeeld spiegelreflex camera’s voor de consument kwamen rond 1940 op de markt. De spiegelreflex camera heeft een klapbare spiegel die het licht naar het negatief (sensor) brengt. De spiegel klapt open wanneer de lens open staat om het licht op het negatief (sensor) te laten vallen, echter op dat moment kan de fotograaf niet zien wat hij in beeld heeft. De spiegel zorgt ervoor dat de fotograaf door zijn zoeker kan zien wat hij zal fotograferen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb